donderdag, september 29, 2005

Staand bellen ongezond.

Vroegere verhalen over stralingsgevaar door mobiele telefoons bleken ongegrond en de gevaren van bellen in de auto zijn dankzij de verplichte handsfree-set tegenwoordig nagenoeg nihil. Toch is mobiele telefonie niet geheel zonder negatieve bij-effecten: in de afgelopen jaren is het aantal been- en voetblessures dat niet sportgerelateerd is namelijk explosief gestegen. Specialisten spreken inmiddels van het 'belbeen' en de 'belvoet'.

Onderzoekers van het AZG te Groningen presenteren volgende week in het Britse tijdschrift 'Health' de resultaten van hun onderzoek naar de invloed van de mobiele telefonie op onze gezondheid. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat het huidige mobiele belgedrag een buitengewoon hoge belasting vormt voor onze voeten en benen. Ruim tweederde van alle mobiele gesprekken, zo is vastgesteld, wordt namelijk geheel of gedeeltelijk staand en 'bedachtzaam heen en weer stappend' gevoerd. 'En juist dit voor bellers vaak zo kenmerkende loopje, waarbij als het ware steeds even aarzelend op één been gebalanceerd wordt alvorens de volgende stap te zetten, vormt de oorzaak van veel ongemak aan het menselijke loopwerk', aldus professor Van Andel die de leiding over het onderzoek had.

Het menselijk lichaam is volgens de onderzoekers simpelweg niet berekend op het structureel verrichten van bedachtzame en aarzelende handelingen. 'Deze belhouding is volledig in strijd het 'fight or flee-princiepe' waarop onze gehele fysiek gebaseerd is', aldus de auteurs die besluiten met het advies om telefoongespreken in het vervolg weer meer op de ouderwetse zittende manier te voeren.

woensdag, september 28, 2005

Veldverslag 1: Zorgzaam.

Alles voelt weer heel vertrouwd in het veld. Alleen Willem is anders: hij drinkt, rookt, blowt en snuift niet meer en is bekeerd. Voor de rest is alles het zelfde. Ook het geklaag:

Het werkoverleg van vanochtend wordt afkeurend geëvalueerd. De tien miljoen die de overheid extra uittrekt is slechts een grijpstuiver; de leiding weet totaal niet wat er in het veld gebeurt en die verplichte trainingen zijn absoluut overbodig. Vooral dat laatste wordt in veel variaties verkondigd: 'Wat moeten we nou met zo'n collegialiteitscursus! Alsof dat werkelijk zou helpen. Ja, voor de mensen op kantoor misschien, maar niet bij ons. Hier hoeft het ziekteverzuim toch niet bestreden te worden? Mensen die hier werken zijn immers allemaal heel gemotiveerd. Ja en dan dat over het aanspreken van je collega's als het niet goed met ze gaat. Dat hoef je toch niet te leren? Naturlijk spreek je iemand er op aan als hij of zij iedere dag dronken op het werk verschijnt.'

Mij bekruipt een ongemakkelijk gevoel. Maar Willem neemt de spanning gemakkelijk uit de lucht met een laconiek 'Oh, daar heb ik dan nooit wat van gemerkt.'

maandag, september 26, 2005

Anticipatie

De termen komen als vanzelf weer terug: schaven, verkleuring, spoor, intekenen, couperen, verstoring en bijvoorbeeld 'inheems'. Na al die jaren heb ik ze weer paraat, alsof het gister nog mijn vaktermen waren.
Net op het moment dat de winter toen definitief leek in te zetten met veel regen, wind en natte sneeuw, kreeg ik in het veld een telefoontje dat ik gewenst was op een warm kantoor. De keus was makkelijk. Ik pakte mijn spullen in en vertrok met de belofte dat ik nog wel eens terug zou komen. Maar na die éne klus op kantoor kwamen andere zaken die mijn aandacht opeisten en het modderige regenpak en nog wat andere spulletjes, bleven onaangeroerd in een hoekje liggen.
Vanavond duikelde ik de hele zaak weer op. Zelfs de verhuizing had me er niet toe kunnen brengen de rugtas en inhoud schoon te maken en op te bergen. Met mijn terugkeer van morgen in het vooruitzicht voelde dat goed.

(Vryage)

zaterdag, september 24, 2005

Speech

Natuurlijk bedank ik allereerst mijn lief, die mij bemoedigde als ik twijfelde, me troostte als ik wanhoopte en me een aai over mijn bol gaf als het goed ging. Daarnaast bedank ik mijn begeleiders die me er elk op een geheel eigen wijze doorheen geloodsd hebben. Verder bedank ik iedereen die ondanks het pijnlijke onderwerp steeds is blijven vragen naar mijn vorderingen.

Maar bovenal bedank ik mezelf. Ik bedank mezelf voor mijn ongekende koppigheid, voor mijn luiheid, mijn doelloosheid, mijn drang en soms zelfs dwang tot dolen. Ik bedank mezelf voor mijn gebrek aan bescheidenheid, voor mijn halstarrigheid, voor mijn verpletterende interesse in wat er niet toe doet en voor mijn vermogen om te verdwalen op een rechte weg.

Door al deze kwaliteiten heb ik namelijk het voorrecht gehad om er zo belachelijk lang over te doen. En juist daardoor heb ik mogen ontdekken hoezeer mijn studiekeuze de juiste was. Want zou ik het allemaal over moeten doen, dan koos ik morgen weer het zelfde vak.

Dat de toekomst maar mooie geschiedenis mag opleveren!

dinsdag, september 20, 2005

Nagelaten sporen

'Hé, hebben jullie dat kruidenrekje nog? Dat heb ik ooit nog eens gemaakt als een verlovingscadeau voor je-weet-wel. Best leuk, zoals jullie het hebben overgeschilderd. En dat kastje hebben jullie ook nog, dat kregen we met ons trouwen.'

Pas als een oude vriend door je huis loopt besef je weer hoe rijk de geschiedenis van je inboedel is. Dat kopje waar nu de tandenborstels in staan maakte bijvoorbeeld deel uit van een setje dat eveneens één van hun huwelijkscadeaus was. In de logeerkamer worden de gordijnen herkend. Die hadden ze in hun eerste huis hangen. Ook de eetkamerstoelen van later in de Blekerstraat worden opgemerkt. Tenslotte volgen nog een boek, een bloempot en wat gereedschap.

Herinneringen aan de verloving, de trouwerij, de eerste woning, het eerste koophuis en hun twee huizen in Amsterdam. Alleen de twaalf vierkantemeters die hij nu bewoont maken nog geen deel uit van ons bestaan.

maandag, september 12, 2005

Evaluatie

Ze vroeg of het mij en mijn lief ook dichter bij elkaar had gebracht. Hier had ik echter nog nooit over nagedacht en daarom zocht ik snel wat gemeenplaatsen en veranderde daarna van onderwerp.

Mijn lief die de vraag niet had gehoord, had wel begrepen dat ik me ergens door had laten verrassen en vroeg daar naar. Dit leidde tot een gesprek waarin ik vertelde wat toen mijn prioriteiten en afwegingen waren geweest. En zij sprak daarop haar toenmalige gevoelens en ideeën uit. Het werd later en we ontstaken een schemerlampje. Samen op de bank gezeten, bedachten we hoe het met andere beslissingen zou zijn verlopen. We stelden ons voor hoe de ander dan gereageerd zou hebben en we constateerden tevreden hoe reëel elkaars inschattingen waren.

In hechte verbondenheid brachten we de avond door. Maar de eindconclusie bleef onherroepelijk dat het ons toen niet nader tot elkaar had gebracht.

vrijdag, september 09, 2005

Het gasthuis 11

Gister ben ik al in het hofje aangekomen. Vanavond zal eindelijk mijn documentaire aan de gasthuisbewoners en genodigden vertoond worden.

Het was heerlijk om het hofje binnen te wandelen en dit keer volledig vrij te zijn. Geen interviews, geen ogen in je achterhoofd om te voorkomen dat je iets mist en vooral niet die constante spanning om steeds de juiste houding en gedrag te hebben, zodat mensen je gaan vertrouwen en je vertellen wat je wilt horen. Met de Hofmeester had ik afgesproken dat hij wat vroeger met zijn werk zou stoppen, zodat we er nog even lekker op uit konden trekken met een hengeltje. Maar dan moest er eerst wel een band geplakt worden, zo had hij me verteld. In afwachting van de Hofmeester zette ik me daar dus maar aan. Voor op het stoepje in de zon was dat overigens geen straf. Het was zelfs een leuke manier om even een praatje aan te knopen met andere hofbewoners, die eveneens van het weer genoten. Een groet, een grap, een enkele vraag. Het was als thuiskomen. Ook de Diva kwam even een babbeltje maken. Ze vertelde hoe zeer ze achteraf getwijfeld had over wat ze verteld had en over hoe ze qua beeld over zou komen. Ze had zelfs van haar medewerking willen afzien.

Maar uit haar laatste opmerking bleek gelukkig dat ze uiteindelijk besloten had om het volste vertrouwen in me te hebben: 'Enfin, ik hoop maar dat je je werk goed gedaan hebt en dat ik er niet te erg van zal schrikken. Want zo wel, dan vermoord ik je.'

dinsdag, september 06, 2005

Bij de deur

Tijdens onze afwezigheid heeft Ferhaan met zijn vriendjes ons huis in de gaten gehouden. Dat doet hij ook als we gewoon thuis zijn. Gister kwam hij rapport uitgebrengen:

'Er waren een man en een vrouw en een klein kindje en die hebben hier heel lang voor de deur op jullie gewacht. Ze spraken een andere taal. Wat voor taal weet ik niet. Ik denk Portugees. Ze noemden jullie namen.' Ferhaan is een goede observator: 'Ze hadden een blauwe koffer bij zich en de mevrouw moest steeds huilen.' Soms moet hij even denken over een bepaald detail: 'Eh, ze was zó groot en ze had kort haar.. ik denk donker en ze zat op de koffer. Het kindje weet ik niet meer, maar het was ongeveer zó groot. De man had korte krulletjes en hij probeerde jullie steeds te bellen, want ik kon jullie telefoon binnen horen. Ja en ze hebben de hele nacht op jullie gewacht, want wij kwamen 's avonds laat thuis en toen zag ik ze en toen ik 's morgens naar school moest, waren ze er nog. Maar toen ik weer uit school kwam waren ze weg. Ja, ik weet het ook niet.'

Natuurlijk heeft Ferhaan het hele verhaal uit zijn duim gezogen. Maar toch laat het beeld van een ontheemd stel voor mijn gesloten deur me niet los.

(Dorothea Lange)

zaterdag, september 03, 2005

Warm welkom

Terwijl mijn lief en ik met onze koffertjes uit de tram stappen, bespreken we hoe we het thuiskomen ervaren. De eerste keer terug van vakantie in dit huis. We hebben geen voorstelling van hoe dat voelt.
Op het moment dat we de straat in wandelen, zien we Shanton al voor ons huis voetballen. Onmiddelijk als hij ons herkent, staakt hij zijn spel, begint hij te zwaaien en roept hij hoe de vakantie was. Anna loopt aan de overkant van de straat met door haar moeder gemaakte vlechtjes. Ze zwaait wat verlegen. Ook Ahmet is buiten en zodra hij ons in de smiezen krijgt vraagt hij waar de poes is. Dit hartelijke welkom wordt voortgezet door Jussuf, die tien minuten na onze feitelijke thuiskomst aanbelt. Hij begint heel geïnteresseerd over onze vakantie, maar al snel blijkt dat hij gewoon weer iets geknutseld wil hebben. Na vlug een vage afspraak met hem gemaakt te hebben, ga ik samen met mijn lief de koffers uitpakken en opnieuw gaat de bel. Dit keer is het Ahmet met een schaal door zijn moeder gebakken koekjes. Zijn ouders staan tegenover in hun deuropening en heten me wat verlegen welkom thuis. Snel wil ik me even opfrissen en terwijl ik onder de douche sta, vertelt mijn lief dat buurman Dirk net langs kwam met vrijkaartjes voor vanavond van een of ander orkest waarin hij speelt. We slaan het toch maar af want we willen nog even bijkomen van de reis. Eenmaal uitgepakt en afgespoeld, zitten we met koffie aan de keukentafel en wéér gaat de deurbel. Dit keer is het Gino; zijn dochter is vandaag jarig en zelf viert hij zijn verjaardag ook. Of we een biertje komen drinken.
Vol van de kip, de pasteitjes, het gebak en het bier zijn we net weer naar huis geschuifeld. Het is veel later geworden dan gepland. Toscane drijgt héél snel uit mijn herinnering te verdwijnen.