Ouderschap
Mooi weer leidt gemakkelijk tot een praatje met de buurman. En voor je het weet zit je met zes volwassenen en wat kinderen in een voortuin te babbelen:
'Ho Hilde niet doen. Die steentjes moet je mooi laten liggen, die zijn van de buurvrouw. Zie je wel schat, we moeten echt snel krijtjes gaan kopen voor die kleine, want ik kan het haar niet steeds blijven verbieden. En kijk, nou gaat Jurre ook al.' -'Jurre, doe maar niet jongen. Daar is niks aan die steentjes. Kom maar lekker hier, dan krijg je een paaseitje. Ho, nee niet allemaal, de rest is voor de grote mensen. Schat neem jij Renee even over, Jurre zit met dat folie in zijn mond.' -'Oh ja, Renee is echt heel makkelijk nu. Alleen de eerste weken was dat wel anders; echt een meisje zoals zij kon krijsen. We werden er wel eens raar van. Hoe was dat bij jullie eigenlijk?' -'Ja nou, met Hilde ging het altijd wel eigenlijk, maar met Carolientje was dat toch heel anders. In het begin was ze natuurlijk wat rustiger door die medicijnen, maar dat heeft ze later ruimschoots ingehaald hoor. En nu heeft ze af en toe gewoon even een huiluurtje, maar verder is ze altijd heel vrolijk eigenlijk. Je hoeft bijvoorbeeld maar met een fototoestel bij haar in de buurt te komen en dan begint ze al te lachen.' -'Eh even, waar is Jurre? Hij mag niet de straat op.' -'Die zit hier achter de stoel, maar hij stopt wel wat gras in zijn mond. Dat kan wel he?' -'Ja hoor, als het maar niet te veel wordt. Wil er trouwens nog iemand iets te drinken? Thee of koffie of een wijntje misschien?' -'Doe maar lekker een wijntje, heerlijk. Ik weet nog zo goed dat ik hier echt naar kon verlangen toen ik van Reneetje in verwachting was. Gewoon een glaasje rode wijn, heerlijk.' -'Zeg ik ruik geloof ik een luier. Wie is dat?'