donderdag, juli 24, 2008

Opening

In de lege stille bibliotheek hoorde ik twee mannen met elkaar praten. Ze hadden het over schaakpartijen uit het verleden en omdat ik vastgelopen was in mijn eigen tekst ging ik bij de kast achter hen staan om mee te luisteren.

'Zoals de Russen in Tunesië speelden, dat was toen heel revolutionair. Achteraf was het natuurlijk ook wel heel communistisch, zoals ze het aanpakten. Ze kwamen op dat tournooi eigenlijk steeds met het paard op f3 in de opening en dat leverde dus vooral heldere en vrij saaie partijen op. Alleen de manier waarop ze steeds de loper ontwikkelden was echt vernieuwend. Pas twee jaar later wisten de Amerikanen daar een passend antwoord op te formuleren. Eerst hebben ze het geprobeerd via een sterk flankspel, maar ze liepen daarbij steeds weg voor een gambiet; ze waren gewoon niet bereid offers te brengen. En toen ze dat eindelijk doorhadden, waren de Russen al lang overgestapt op hun nieuwe systeem. Alleen dankzij intuïtief spel en ontregelende eisen ten aanzien van de spelcondities wisten ze daar in IJsland uiteindelijk doorheen te breken. Want moet u zich eens voorstellen wat er was gebeurd als de Russen in die dertiende partij niet in de val waren gelopen. Dan had het verloop van de Koude Oorlog er waarschijnlijk heel anders uitgezien.'
Vol inspiratie keer ik terug naar mijn werk. Ook tussen al die droge feiten op mijn eigen tafel moet zich toch ergens de aanleiding voor een goed verhaal bevinden.

zaterdag, juli 19, 2008

Globetrotters

De grote uittocht is weer begonnen. Al meer dan een week heeft Abdul het alleen maar over zijn vakantie met het hele gezin naar Marokko. Vannacht vertrekken ze en tussen de regenbuien door is hij druk bezig met het inpakken van de auto.
'Zo, mooi weer om op vakantie te gaan hè?' Ik wijs naar de grouwe wolken die op de wind voortgestuwd worden. 'Heerlijk' luidt Abduls stralende antwoord. Samen met een vriend is hij bezig de imperial boven op de auto te installeren, zodat daar straks zo'n enorm in zwart landbouwplastic gewikkeld pak kan verrijzen. 'Hopelijk gaat het ook nog sneeuwen; dan ga ik pas écht goed weg. En als ik dan volgende week fijn aan de rand van ons zwembad in Marrakech zit, zal ik aan jullie denken. Van mij mag het hier in Nederland de hele zomer blijven regenen. Geen probleem.' Dan realiseert Abdul zich ineens wat hij me eigenlijk toewenst en begint hij zich te verontschuldigen. Daarom kom ik hem maar te hulp: 'Ach, dat geeft niet joh, wij gaan naar Ierland op vakantie, dus over het weer moet ik niet zeuren.'
'Ga je niet liever naar Spanje ofzo?' In Abduls blik komt iets van onbegrip. Maar zijn vriend reageert enthousiast: 'Oh ja, Ierland is een mooi land hè? Ik heb er wel eens foto's van gezien. Echt heel mooi was dat. Het lijkt wel wat op Zwitserland hè?'

dinsdag, juli 15, 2008

Participerend onderzoek 2

Mijn keuze qua cafees is op zijn minst dubieus te noemen.Vrienden spreek ik thuis wel en goed bier koop ik bij de slijter. Wanneer ik de kroeg in duik, doe ik dat voor de verhalen die ik er op kan pikken.
Het liefst ga ik naar een café in de buurt waar de flesjes bier 's ochtends om half tien al voor net iets meer dan een euro over de toog gaan. Zelf drink ik op dat moment graag een bakje oude filterkoffie, terwijl ik van achter mijn krant twee of drie gesprekken tegelijk probeer te volgen. Handeltjes, vrouwen en ziektes zijn de meest voorkomende onderwerpen. En wanneer er op straat agenten langs komen roept zelfs de man met de zuurstoffles in zijn rollator om het hardst over NSB-ers en vuile honden. In dit gezelschap houd ik me vaak wat afzijdig. Bij binnenkomst zeg ik 'hallo' en aan de bar bestel ik mijn koffie. Dan ga ik achter in het hoekje zitten en probeer daar gedurende een minuut of twintig onzichtbaar te zijn. 'Professionele distantie' heet dat.
Vorige week dinsdag nam de realiteit de regie echter van me over: Naast mijn los-vaste schrijfwerk blijf ik namelijk ook op zoek naar een gewone baan. En tijdens weer een sollicitatiegesprek herkende ik aan de andere kant van de tafel ineens een van de stamgasten uit mijn buurtcafé.

woensdag, juli 09, 2008

Hofleven III

Ik kom te laat binnen bij de vergadering, omdat ik bij de achteringang van de hof een Amerikaanse hippie tegen het lijf liep. Hij was op zoek naar de toegang tot de naburige leefgemeenschap, maar in twintig jaar was de situatie te zeer veranderd en nu was hij de weg kwijt geraakt.
Marc had zijn dochter bij zich, met paars-rood haar, overgewicht en een pocket van Stephen King in haar hand. Hoewel ze qua leeftijd in het voormalige kloostercomplex geboren had kunnen zijn, deelde ze het enthousiasme van haar vader niet. Marc raakte niet uitgepraat over dingen als de driveway, waar nu een muur en een tuinhuisje staan. Hij vroeg me naar de kringloopwinkel, de concertruimte in de oude kerk en het 3e-wereld-aktie-centrum dat in het pand er naast gevestigd was. In de kerk hadden ze een concert georganiseerd voor een gearresteerde aboriginalleider en in de tuin had een native american sweatlodge gestaan. Ook hadden ze daar grote vuren gestookt, waarna de buren dan weer de brandweer belden. Terwijl ik het stel naar de nieuwe ingang van het complex leidde, kreeg ik nog een verhaal over de kippen te horen en werd me gevraagd of Gerard hier ook nog steeds woonde. Met een welgemeend 'enjoy your trip down memorylane' nam ik afscheid en haastte ik me naar mijn afspraak.

Bij binnenkomst vertel ik over mijn ontmoeting en prompt begint ook de voogdes herinneringen op te halen over de tijd dat de oprit van het klooster nog langs de hof liep: Overal in de tuin lagen gebruikte injectienaalden, hoeren reden af en aan met hun klanten en op een koude herfstavond was de voogdes er eens uitgegelden over een gebruikt condoom.