woensdag, maart 25, 2009

Overdracht

We zijn vanavond voor het eten uitgenodigd bij de buren. Aansluitend breng ik de Kleine Reisgenoot naar bed, terwijl mijn lief een half uurtje gaat hardlopen. Met de fiets in de hand sta ik haar even later op te wachten, als ze de straat weer in komt. Ik ben al een kwartier te laat voor een afspraak in de kroeg.
De afgelopen weken vlieg ik van hot naar her, zonder het gevoel te hebben werkelijk ergens iets te beleven. Als ik 's ochtends de krant meeneem in de trein, blijk ik te moe om hem te lezen. En als ik eens besluit alvast wat te werken op mijn laptop, heb ik niet de juiste versie van het vereiste document bij me. Op de fiets van station naar werk kom ik langs winkeltjes met mooie etalages. Maar de zaakjes zijn op dat moment nog gesloten en ik heb trouwens ook geen tijd. Een groot deel van mijn pauze gaat op aan lopen door eindeloze gangen, omdat ik niet geauthoriseerd ben om rechtstreeks naar de uitgang te gaan. Mijn collega's lunchen met een gratis krant en een broodtrommeltje aan hun bureau en de koffie uit de automaat is lauw. Omdat ik op mijn terugweg naar huis steeds de snelste weg kies, blijven allemaal leuke steegjes en pleintjes onverkend. Nog maar zelden heb ik bij thuiskomst iets interessants te melden.
Ook even later aan de bar blijk ik geen verhaal paraat te hebben en na mijn tweede biertje beklaag ik mij hierover. Maar mijn gesprekspartner ziet het probleem niet zo: 'Ach weet je, daardoor heb ík nu een verhaal over een vriend die eindelijk beleeft wat ieder normaal mens al rond zijn twintigste doormaakt.'

donderdag, maart 12, 2009

Opkomst

Het perron aan de overkant is leeg. Over de volle lengte staan slechts vier mensen; een man, twee vrouwen en een student ver uitelkaar te wachten op hun trein. Het is 07.36 u. en onze conducteur fluit.
Omdat ik genoeg had van dagen zonder aanspraak en eindeloze projecten in stille bibliotheken, ben ik de komende maanden aan het forenzen. Vier dagen in de week reis ik nu op en neer mee in een niet aflatende stroom van mensen. Geen van mijn reisgenoten ken ik en dat zal ook zo blijven. Iedereen leest zijn eigen krant, eet eigen brood en luitsert naar eigen muziek. Op de stations drommen we samen voor deuren en trappen terwijl het ons lukt elkaar niet te raken. In overvolle trams vermijden we oogcontact alsof we mikado spelen. Via de mobiele telefoon bellen we naar huis en werk en bespreken we persoonlijke kwesties en gewichtige zaken en doen we of niemand ons hoort. In eenzaamheid maken we een massa om in op te gaan.
Als we het station uitrijden, zie ik hoe de zon vanochtend in het verlengde van het spoor opkomt. De vier wachtenden blijken op één lijn te staan en vormen samen heel even een enorme slagschaduw van zo'n 60 meter.

donderdag, maart 05, 2009

Offer

De eerste keer dat ik een kerstpakket kreeg, was dat voor mij een enorme ervaring. Op zaterdag werkte ik als vakkenvullertje in de plaatselijke supermarkt waar we onder onze stofjas een overhemd en een stropdas moesten dragen. In de week voor kerst moest het overhemd wit zijn en kregen we een vlinderstrik.
In de jaren na dat eerste kerstpakket, volgden er meer. Ik herinner me zelfs een jaar dat er maarliefst dríe dozen tegelijkertijd in onze woonkamer stonden. Eerst las ik de welgemeende kerst- en nieuwjaarswensen van onbekende directeuren en daarna volgden de koekjes en snoepjes die meteen werden aangebroken. De hartige snacks werden voor 's avonds bewaard en de rest van het eten werd samen met de wijn gereserveerd voor de week die voor ons lag. Het vulmateriaal slingerde nog tijden rond en de pasteibakjes hebben tot ver voorbij hun houdbaarheidsdatum in de kast gestaan. Nog altijd denk ik met heimwee aan deze ervaring terug, wanneer ik in de tweede en derde week van december mensen met rood-groene en met sterretjes versierde dozen huiswaarts zie keren. En als het dan ook nog druilerig weer is, dan voel ik me als vrije jongen eigenlijk wel een beetje buitengesloten. Afgelopen jaar duurde dit gevoel voort tot halverwege januari.

Daarom heb ik onlangs een stuk van mijn vrijheid opgegeven en ben ik voor de duur van een project bij een bedrijf in loondienst getreden. Zes uur opstaan en 's avonds na zevenen weer thuis. Vier dagen in de week. Kantoorhumor, databases, vastlopende computers en automaatkoffie. Ik doe het voor een kerstpakket.