Nachtwandeling
Doordat de nachttrein niet op tussengelegen stations stopt, loop ik naar huis. De eerste vijf minuten werd ik nog vergezeld door een paar medereizigers. Nu ben ik door mijn route en tempo alleen.
Met de wind in de rug ga ik door straatjes die overdag gezellig rommelig en druk zijn. 's Nachts zie je echter dat het eigenlijk meer verval en armoede is. De kleine winkeltjes met afbladderende gevels zijn hermetisch afgeloten door rolluiken en de stoepen zijn schots en scheef en bezaaid met troep. Ik steek een kruising over. De stilte wordt even doorbroken door iemand die in de verte roept en door een langsrijdende auto. Mijn weg voert in een praktisch rechte lijn van het station naar huis. Waar de ene straat ophoudt, ligt de volgende in het verlengde. Inmiddels zijn er nog maar nauwelijks winkelpanden. Schaarsverlichte appartementenblokken vormen nu het decor. Achter mij hoor ik weer iemand roepen. Over mijn schouwder zie ik zo'n honderd meter terug iemand op de kruising staan. Ik houd de pas er in. Nog twee straten en dan ben ik thuis. De wind voert van achter een schel gefluit mee en dan weer roepen. Hij wil mijn aandacht en hij loopt mee.
Het roepen en fluiten houdt aan, maar wordt wel zachter. Ik ga de brug over en wanneer ik vervolgens de hoek om ga is de stilte inmiddels weergekeerd.
Met de wind in de rug ga ik door straatjes die overdag gezellig rommelig en druk zijn. 's Nachts zie je echter dat het eigenlijk meer verval en armoede is. De kleine winkeltjes met afbladderende gevels zijn hermetisch afgeloten door rolluiken en de stoepen zijn schots en scheef en bezaaid met troep. Ik steek een kruising over. De stilte wordt even doorbroken door iemand die in de verte roept en door een langsrijdende auto. Mijn weg voert in een praktisch rechte lijn van het station naar huis. Waar de ene straat ophoudt, ligt de volgende in het verlengde. Inmiddels zijn er nog maar nauwelijks winkelpanden. Schaarsverlichte appartementenblokken vormen nu het decor. Achter mij hoor ik weer iemand roepen. Over mijn schouwder zie ik zo'n honderd meter terug iemand op de kruising staan. Ik houd de pas er in. Nog twee straten en dan ben ik thuis. De wind voert van achter een schel gefluit mee en dan weer roepen. Hij wil mijn aandacht en hij loopt mee.
Het roepen en fluiten houdt aan, maar wordt wel zachter. Ik ga de brug over en wanneer ik vervolgens de hoek om ga is de stilte inmiddels weergekeerd.
1 Comments:
In je uppie 's nachts... altijd mogelijkheden tot het oproepen van een naar gevoel.
Een reactie posten
<< Home