dinsdag, oktober 31, 2006

Godspraak

Het gebied waar we een paar dagen verblijven zou je een goddeloze streek kunnen noemen:

Restanten van wat eens de grootste abdij van het land was, worden nu als stal gebruikt door een boer die tevens de bijbehorende 13e eeuwse watermolen liet slopen omdat hij meer ruimte nodig had voor zijn mestvaalt. Verder staat op zijn erf nog een oud kapelletje dat al jaren in onbruik is. De meeste ramen en de deuren zijn dichtgetimmerd en aan de buitenmuur zijn drinkbakken voor het vee bevestigd. Dorpjes in de wijde omtrek hebben in het midden allemaal steeds keurig een klein kerkje, maar de ingang lijkt overal hermetisch afgesloten met spinrag. Blijkbaar wordt hier zelfs niet meer aangeklopt voor trouwen, dopen of een uitvaart. In het enige kerkje dat we wél kunnen bezoeken wordt een onbekende heilige vereerd die badende vrouwen begluurde en daarom voor straf de varkens moest hoeden. Niemand kan mij vertellen waarom hij precies heilig verklaard is. In de regionale hoofdstad tenslotte hebben ze officiëel de duivel als schutspatroon.

De zon schijnt en in de bermen bloeien nog madeliefjes en klaver. Koeien liggen rustig te herkauwen in de schaduw van bomen die langzaam in herfsttinten gekleurd worden. De eerste groene sprietjes van de wintertarwe komen al op. Plotseling wordt ik gewezen op een aantal glooiingen in het landschap. ‘Zie je dat? Dat lijkt wel de indruk van een enorme hand, alsof God hier even gerust heeft.’
(E.B.)

3 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Wat een prachtige foto.

11:13 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

....wat een indrukwekkend verhaal....maakt melancholiek...

7:17 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

Mooi als je die beeldspraak zo plots in je opkomt bij het bewonderen van een landschap.

2:01 p.m.  

Een reactie posten

<< Home