woensdag, mei 20, 2009

Aanpassingsvermogen

Een voltijds kantoorbaan is best een hele omschakeling als je al sinds jaar en dag gewend bent helemaal je eigen gang te gaan. Twee en een halve maand ben ik nu bezig en ik ga vooruit.
Koffie halen en koffie drinken; met collega's praten over van alles behalve de essentie. Dat soort dingen. De bekroning op mijn integratieproces leek eind vorige week de verhuizing van mijn werkplek te zijn. Ik ging moeiteloos op in de procedure. Er werden stickers op mijn pc geplakt en m'n schamele kantoorbezittingen deed ik in een groot blauw plastic krat. Vooraf ging ik mijn nieuwe kamer inspecteren en nadien sprak ik teleurgesteld over het uitzicht dat er niet beter op werd. De feitelijke verhuizing was tijdens mijn vrije dag, zodat ik maandagmorgen direct weer aan de gang kon alsof er niets veranderd was. Maar op dat moment moest ik constateren dat de vermeende bekroning eerder het begin van het échte kantoorleven inhield: Op mijn nieuwe kamer begroeten mensen elkaar met een jolig bedoeld 'Goeiemochel'. En werknemers zijn als kinderen zo vrolijk dat ze voor de grap door een glazen wand kunnen meelezen op het computerscherm van de secretaresse. De moed zonk mij bij binnenkomst in de schoenen.
Vanochtend moest ik voor een vergadering en een speciale research-opdracht buiten de stad zijn. Zodoende meldde ik me pas om half drie op kantoor en tot grote hylariteit van mijn nieuwe collega's deed ik dat met de opmerking: 'Sorry, ik heb me verslapen'. Ik ben een snelle leerling.