zaterdag, juni 27, 2009

Another part of me

Dag in dag uit loop ik routineus archiefinventarissen na, op zoek naar bruikbare informatie. Bij zulk monotoon werk vergeet je gemakkelijk dat archieven gevormd worden door mensen van vlees en bloed; met dromen angsten en verwachtingen.
In het kamertje naast de lift op de eerste verdieping zijn ze iedere ochtend al vroeg aan het werk. Twee mannen zitten in het kleine hokje tegenover elkaar, terwijl met de rug naar de deur nog net voldoende ruimte is voor een flexplek. Ook daar zit vaak iemand de hele dag naar een computerscherm te kijken. In de vensterbank liggen ordners en in de kast en op de grond staan archiefdozen van zuurvrij karton. Voor zover ik er iets van begrijp bevatten de mappen informatie over de archiefstukken in de dozen. Nieuw verworven materiaal wordt hier ingevoerd en genummerd, voordat het goed gedocumenteerd verdwijnt in de schemering van het depot. Lunchen doen de mannen achter hun bureau en voor zover ik na kan gaan spreken ze zelden met elkaar. Mappen, dozen en nummers wanneer ik 's ochtends aankom. Dozen, nummers en mappen bij de koffie en de lunch. En nummer, mappen en dozen wanneer ik tussendoor naar het toilet ga.
Verrassend was dan ook de muziek die vanmiddag rond vijf uur onverwacht luid door de gang klonk. Een poppy deuntje met onmiskenbare Motown-invloeden schalde uit laptopspeakertjes, terwijl voorzichtig werd meegezongen. De ikoon van plastische chirurgie, ritmische spasmen en kinderlijk escapisme wist de mens in een archivaris op te wekken.