dinsdag, november 28, 2006

Kaaskop

Iedere morgen om half tien stapt Ome Cor de buurtsuper binnen voor zijn dagelijkse boodschappen. Vandaag ben ik ook vroeg en bij het koelvak constateren we tegelijkertijd dat de Goudse kaas vervangen is door een Turkse variant.

‘Saïd! Saïd! Fijne kanker-Marokkaan wat maak je me nou weer!’ Ome Cor brult door de winkel en ligt duidelijk op ramkoers.-‘Wat moet ik met deze tyfus-troep! Dit soort geintjes zou je me toch niet meer flikken? Jij weet net zo goed als ik wat ik op mijn boodschappenlijstje heb staan en dat is zeker niet dat Aboedabi-voer van jullie! Je had laatst ook al ineens geen rookworsten meer. Moet ik soms verhongeren? Ik woon hier al zowat m’n hele leven, dat weet jij ook. En ik kwam hier al toen jij nog op een kameel door Marrakech reed. Dan flik je me dit toch zeker niet, nee toch. Ik vreet al dadels en kebab, maar verder ga ik niet. Wat dacht je! Wij maken hier in Nederland de beste kaas ter wereld en dan kom jij effe met die Turkse troep van je aanzetten! Nou, voor deze keer doe ik het er mee, maar volgende week heb je gewoon weer m’n eigen stukkie kaas voor me!

Onverstoorbaar gaat Saïd na de hele tirade weer verder met vakkenvullen. En ook bij Ome Cor lijkt de donderbui al weer voorbij. Hij geeft me een ondeugende knipoog: ‘Ja bovenste beste jongen hoor, maar hij probeert het iedere keer weer. Gelukkig houd ik hem in de gaten.’