maandag, december 04, 2006

Reiscomfort

Een druk weekend ligt achter mij en werkzaamheden aan het spoor zorgen voor een uur extra reistijd. In de stiltecoupé is alles rustig totdat een meisje beleefd vraagt of het raam dicht mag omdat het tocht.

Op luide toon en met een ongeschoold accent begint de man te verkondigen dat het niet tocht, omdat daarvoor twee ramen open moeten staan en dat het dus niet kan tochten want er staat toch maar één raam open. Vreemdgenoeg heeft hij het direct daarna op agressieve toon over verschillende politici, over hoe hij een half jaar op straat geleefd heeft en of het meisje wel eens bij vijf onder nul buiten geslapen heeft. Ook zijn pas overleden ex passeert nog de revue.
Iedereen houdt zich afzijdig, het meisje doet schuchtere pogingen om van de man af te komen en ineens sta ik op. Dit is een stiltecoupé en ook de man met het grote blik goedkoop bier dient daar rekening mee te houden! Zijn weerwoorden zijn niet van de lucht en de situatie verergert. Ik doe mee. Iedere vorm van autoriteit die ik uit denk te stralen spreid ik ten toon en op zijn beurt beschuldigt de man mij van alles wat hij zelf is: dronken, lelijk, stinkend en impotent. Ik bedenk dat ik uit ben op een vechtpartij en houd me pas in wanneer gedreigd wordt met de inhoud van zijn tas. Tot het volgende station blijft hij luidruchtige beschuldigingen en beschimpingen uitkramen terwijl ik hem niet uit het oog verlies en mij zogenaamd verder in mijn boek verdiep.

Wanneer de man nog altijd dreigend de trein verlaat, gaat er een zuchtend geroezemoes door de coupé en hoop ik eindelijk op rust. Maar dan spreekt een andere man mij aan. Hij heeft een iets te groot, kalend hoofd, een enorme koptelefoon, een tas met knuffeltjes er aan en een 'ik ben OKÉ' button op zijn jas. Hij vindt dat je 'zulke mensen' maar beter kunt negeren en valt me daar nog minuten lang over lastig.