zondag, december 24, 2006

Schrijverscafé

Er is een tapkast, tafeltjes met marmeren tafelblad, typische café-stoeltjes en een grote gaskachel. Verder heeft de zaak een mozaïken tegelvloer, aan twee kanten okergele muren met op borsthoogte grote spiegels en op de andere twee zijden bevinden zich ramen die met het invallen van het duister tot enorme zwarte gaten worden.

Iedere zoveel minuten rammelt er een trammetje voorbij en tussendoor rijden de auto's af en aan over de kasseien. De gesprekken zijn gemoedelijk en de Jazz klinkt uit vervlogen tijden. Tijdens onze stadswandeling zijn een paar essentiële onderwerpen aangesneden die we in dit café proberen uit te praten. Een dichter zit met een paar kladblaadjes in zijn vaste hoekje. Hier en daar schrapt hij iets of vult hij wat aan. Ik daarentegen spreek met een gespannen woordenstroom die maar niet duidelijk wil worden. Wanneer het drukker wordt en een nieuw binnengekomen stamgast zijn koffie bij ons aan het tafeltje komt opdrinken wil ik van ons onderwerp af, maar we zijn al te ver heen. Terwijl de tafelgenoot vanuit zijn avondblad het wereldnieuws verneemt, gaan wij op gedempte toon door met het herhalen van wie wat zei en waarom en hoe bedoeld. Er wordt scherpe shag gerookt en mijn woorden worden bitter. Ik zie de betraande ogen van mijn lief en rechts van haar de fotograaf die zijn camera voor zich op tafel heeft liggen. We moeten hier uitkomen, maar ik zie niet hoe. Voor luchtige relativeringen is het veel te laat en de weg naar de deur is veel te lang. De doorgang wordt overigens geblokkeerd door twee mannen die een scenario voor een stripverhaal bespreken. Bierviltjes dienen als schetsblok voor een fantastisch avontuur. Ondertussen voelt het aanhoudend stilzwijgen van mijn lief als een aanklacht tegen al mijn verweer. Mijn stoel zit minder goed dan daarstraks en met het grote raam achter mij voelt het alsof de hele wereld over mijn schouder meekijkt. De twee schrijver types op de skai-lederen bank tegen de achterwand doen dat in ieder geval zeker. Ik zie ze in gedachten aantekeningen maken.

Ik geef het op en drink mijn bier verder in stilte. Mijn lief en ik zitten met tussen ons een onoverbrugbare kloof, waarvan ik alleen maar kan hopen dat hij een van de stamgasten inspireert tot iets moois.

2 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Amsterdam of Lissabon? Kasseien en trammetjes zijn in beide steden te vinden (Brussel ook, meen ik).
Misschien schrijft een van de aanwezige schrijvers er nog eens mooi verhaal over: Schrijverscafé.

11:38 a.m.  
Anonymous Anoniem said...

En dat op Kerstavond...

8:38 p.m.  

Een reactie posten

<< Home