woensdag, december 27, 2006

Winternacht

Ik heb wat meer moeite met de kerstdagen dan mijn lief, zoals ook de afgelopen week weer bleek.

We verbleven een paar dagen in een vreemde stad waar de aanstormende kerstdagen met geen mogelijkheid te ontkennen waren. Naast de standaard feestverlichting en kerstversiering zoals ik die van thuis ken, was er een woud van kerstbomen over de stad uitgestort. Sommige straten waren aan weerskanten helemaal volgepakt met verlichte sparren en in ieder restaurant stonden minstens twee van die dingen te knipperen. Daarnaast waren er in het oude centrum maar liefst drie kerstmarkten! Een op het plein voor de kathedraal, een markt op het plein náást de kathedraal en dan nog een markt een straat verderop voor het stadhuis; waar ze ook een ijsbaan hadden. En 's ochtends vanaf een uur of tien stortten grote drommen mensen zich daar op rauwe oesters, gefrituurde zoetigheden en eindeloze hoeveelheden Glühwein. Het was dan ook niet verbazend dat er dagelijks vanaf het middaguur al een aangeschoten sfeer onder de marktbezoekers heerstte. Overal werd luidruchtige winterpop gedraaid en op ongeveer iedere tweede straathoek deed een muziekant zijn uiterste best om zoutloze kerstklassiekers nóg ondraaglijker te maken. De ramen van onze hotelkamer waren kruislings beplakt met rode linten en bij het ontbijt kregen we kerstkransjes. Culturele instellingen, zoals musea en de stadsbibliotheek draaiden op halve kracht omdat iedereen zich thuis aan het voorbereiden was op het kerstdiner. Zodoende bleek het niet mogelijk het geplande onderzoek naar behoren uit te voeren. En zelfs in kleine achteraf-cafeetjes was je niet veilig, want zodra het begon te schemeren werden die overvallen door in kerstmannenpakjes gestoken kinderen die in ruil voor afgeraffelde kerst-bedelliedjes een gulle gift verwachtten.

Mopperend liep ik naast mijn lief langs een smakeloos zoete kerststal, toen ze me plots op een plantenbak vol bloeiende viooltjes wees: 'Kijk eens wat prachtig; net als in dat oude kerstliedje!'
Ondanks winter sneeuw en ijs, bloeiden alle bomen
Want het aardse paradijs, is vanacht gekomen
Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet
Laat de citer slaan, blaas de fluiten aan
Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen
Christus is geboren.