Oogsttijd
Net voordat ik naar bed ga, kijk ik nog even uit het keukenraam. Buiten is het donker en guur; de pompoenplanten worden heen en weer geslingerd door de wind.
Iets te laat in het voorjaar stopte ik op een donker plekje tegen de schuur een paar pompoenpitten in de grond en al snel kwamen er groene scheuten boven. Twee jonge plantjes werden door de slakken opgegeten, enkelen kwamen gewoon niet op en twee anderen groeiden vrolijk voort. Met hun snelle groei en opkrullende grijpslierten zijn pompoenen typische woekerplanten die binnen de kortste keren je tuintje kunnen verstikken. Daarom heb ik er klimplanten van gemaakt. Ze gaan nu bij de schutting op, langs een stukje gaas waaraan ook de clematis houwvast heeft gevonden en tenslotte via touwtjes die vastzitten aan bakstenen op het schuurdak. En bij al dit begeleiden heb ik gestaag één vrucht zien groeien. Ergens in juni was hij er ineens. Steeds groter werd hij en de kleur verstreek met de zomer van groen via wit naar geel. Ik heb nog extra touwtjes ter ondersteuning gespannen voor dit stralende middelpunt van mijn herfstgevoel.
En nu dan dus vanavond. De glinsterend natgeregende bladeren worden hevig heen en weer gerukt door de najaarswind. En in dit visuele tumult zweeft de pompoen onbewogen op zijn plek. In het licht van de straatlantaarn hangt hij eenzaam achtergebleven tegen de schuur, terwijl het seizoen verder is gegaan.

5 Comments:
Ik lees het al: groene vingers!
... de pompoen toch niet 'gezellig mee naar binnen'?
De bloemen van een Oost-Indische Kers zullen daar mooi bij kleuren
@ anoniem: feiten maken geen goede fictie.
citaat uit NRC van vrijdag:
'Juist de fictieve elementen maken de personages echt'
Een reactie posten
<< Home