maandag, april 28, 2008

Smaaksensatie

Ik zit aan het einde van de bar, achterin waar het altijd wat rustiger is. Voor mij staat een biertje dat de barman me heeft aangeraden. Eerst aandachtig ruiken, dan proeven. Het is een heerlijk eigenzinnig bier.
Zo lang ik mij herinner dronk mijn vader soms een biertje en zelf zal ik een jaar of vier geweest zijn toen ik er voor het eerst van proefde, in het schuurtje tussen de lege flessen. Die enkele keer dat we thuis priklimonade hadden genoot ik er namelijk letterlijk van tot de laatste druppel. Ik hield dan de lege fles nét zo lang op de kop tot ik het absoluut laatste restje geproefd had. En daarna wendde ik mij tot de andere flessen. De melkflessen liet ik uiteraard met rust en zo kwam ik dan al snel uit bij de kleinere bruine bierflesjes waar altijd nog wel wat uit te schenken viel. Ik geloof niet dat ik het nou echt zo lekker vond wat ik dan proefde. Waarschijnlijk ging het ook gewoon meer om de herinnering aan die heerlijke literfles 7-up die voor een verjaardag in huis gehaald was. Enfin, zo dronk ik dan dus de bittere prikloze restjes waar soms zelfs al een witte kraag schimmel in groeide. Sindsdien is er veel veranderd en hoef ik al lang niet meer op zoek naar de laatste drup. Thuis staat een vol krat klaar voor het grijpen en wanneer ik een nieuw bier proef, maak ik vaak even een korte notitie over de smaak.
Nog altijd aan de bar gezeten noteer ik kort: 'vol vette kraag, zilte smaak met stevige gallige afdronk'. Bij herlezing van deze omschrijving bekruipt me het gevoel dat alleen de hoeveelheid koolzuur in mijn bier een wezenlijk verschil is met vroeger.