donderdag, juli 24, 2008

Opening

In de lege stille bibliotheek hoorde ik twee mannen met elkaar praten. Ze hadden het over schaakpartijen uit het verleden en omdat ik vastgelopen was in mijn eigen tekst ging ik bij de kast achter hen staan om mee te luisteren.

'Zoals de Russen in Tunesië speelden, dat was toen heel revolutionair. Achteraf was het natuurlijk ook wel heel communistisch, zoals ze het aanpakten. Ze kwamen op dat tournooi eigenlijk steeds met het paard op f3 in de opening en dat leverde dus vooral heldere en vrij saaie partijen op. Alleen de manier waarop ze steeds de loper ontwikkelden was echt vernieuwend. Pas twee jaar later wisten de Amerikanen daar een passend antwoord op te formuleren. Eerst hebben ze het geprobeerd via een sterk flankspel, maar ze liepen daarbij steeds weg voor een gambiet; ze waren gewoon niet bereid offers te brengen. En toen ze dat eindelijk doorhadden, waren de Russen al lang overgestapt op hun nieuwe systeem. Alleen dankzij intuïtief spel en ontregelende eisen ten aanzien van de spelcondities wisten ze daar in IJsland uiteindelijk doorheen te breken. Want moet u zich eens voorstellen wat er was gebeurd als de Russen in die dertiende partij niet in de val waren gelopen. Dan had het verloop van de Koude Oorlog er waarschijnlijk heel anders uitgezien.'
Vol inspiratie keer ik terug naar mijn werk. Ook tussen al die droge feiten op mijn eigen tafel moet zich toch ergens de aanleiding voor een goed verhaal bevinden.