donderdag, november 20, 2008

Intocht

Mijn vader nam ons vroeger altijd mee naar de aankomst van Sinterklaas. Dat was iets om naar uit te kijken, ook al wist je dat het tegen zou vallen. Het was vreselijk koud, door de vele mensen zag je bijna niks, alle meegevoerde pakjes bleven ongeopend en de meeste pepernoten gingen aan je neus voorbij. Dit jaar hebben we de Goedheiligman voor het eerst me de kleine reisgenoot verwelkomd.
Als we aankomen is het feest in de haven al in volle gang. Veel kinderen zijn verkleed als Zwarte Piet en hier en daar loopt een enkel Sinterklaasje rond. Grote Zwarte Pieten delen pepernoten uit; vanaf het podium klinken klassieke liedjes met een moderne beat; vaders hebben hun kroost op de schouders en het wachten is op de stoomboot die nu ieder moment kan binnenvaren. In het feestgedruis zet ook ik mijn kleine telg op de nek en na een paar minuten betrap ik me er zelfs al op wat mee te wiegen met de muziek. Dan is het voor de kleine man wel weer genoeg. Luid 'guh!' roepend gebaart hij dat hij naar beneden wil en zodra hij met zijn voetjes op de grond staat, voert hij me aan de hand mee door de mensenmassa. Pas zo'n vijftien meter verderop houdt hij stil, terwijl hij verheerlijkt naar boven kijkt. Daar zweeft een enorme wolk van foly-balonnen. Sinterklazen, dolfijnen, schimmels, harten en Zwarte Pieten aan touwtjes in de hand van een Oosteuropese vrouw die bij ieder zuchtje wind bijna weggeblazen wordt. Ik weet wat mij te doen staat.
Een moeder naast mij vraagt wat zo'n ballon kost: 'vier tot acht euro' luidt het antwoord. Geschrokken pak ik mijn zoon op en ik ga er van door. Tradities zijn er per slot van rekening om in ere te houden.