donderdag, januari 01, 2009

Zingend ijs

Na de eerste paar streken op de bevroren vijver trekt al een zware pijn langs mijn voetholte. Met wankele enkels, stijve benen en onbeholpen zwaaiende armen glijd ik voort. Langzaam gaat het beter, terwijl ook herinneringen van lang geleden terug komen.
Ik schaats weer op een koude, grauwe dag met een klasgenootje over smalle slootjes door sneeuwwitte vlakten. Af en toe moeten we bij een dam tegen de wal opklimmen om aan de andere kant weer verder te kunnen. Wanneer bij het klunen iets mis gaat, krijg ik een schaatspunt onder mijn rechter oog. Door de koude stopt het bloeden gelukkig snel en met een dunne rode streep langs mijn wang vervolg ik de tocht terwijl in de schemering sneeuwvlokken neerdalen. Een andere keer loop ik lichte bevriezingsverschijnselen aan mijn kuiten op, omdat ik met natte broekspijpen door blijf rijden. Huilend van koude en pijn heb ik eenzaam op een meer gestaan, niet wetend wat erger was: de weg terug of het stuk dat nog voor me lag. IJs vol scheuren, ribbels van de wind of opgevroren sneeuw; striemende kou en invallend duister. En altijd dat eindeloze gevoel van vrijheid.
Wanneer de Kleine Reisgenoot niet in zijn buggy voortgeduwd wil worden door mijn lief, voel ik me inmiddels sterk genoeg om hem twee rondjes op de arm te dragen. Dicht tegen mij aangedrukt neem ik hem mee in het ritme van mijn slag en ik verbeeld me dat ook hij in het krassen van mijn ijzers de gure lokroep van het ijs hoort.