maandag, april 28, 2008

Smaaksensatie

Ik zit aan het einde van de bar, achterin waar het altijd wat rustiger is. Voor mij staat een biertje dat de barman me heeft aangeraden. Eerst aandachtig ruiken, dan proeven. Het is een heerlijk eigenzinnig bier.
Zo lang ik mij herinner dronk mijn vader soms een biertje en zelf zal ik een jaar of vier geweest zijn toen ik er voor het eerst van proefde, in het schuurtje tussen de lege flessen. Die enkele keer dat we thuis priklimonade hadden genoot ik er namelijk letterlijk van tot de laatste druppel. Ik hield dan de lege fles nét zo lang op de kop tot ik het absoluut laatste restje geproefd had. En daarna wendde ik mij tot de andere flessen. De melkflessen liet ik uiteraard met rust en zo kwam ik dan al snel uit bij de kleinere bruine bierflesjes waar altijd nog wel wat uit te schenken viel. Ik geloof niet dat ik het nou echt zo lekker vond wat ik dan proefde. Waarschijnlijk ging het ook gewoon meer om de herinnering aan die heerlijke literfles 7-up die voor een verjaardag in huis gehaald was. Enfin, zo dronk ik dan dus de bittere prikloze restjes waar soms zelfs al een witte kraag schimmel in groeide. Sindsdien is er veel veranderd en hoef ik al lang niet meer op zoek naar de laatste drup. Thuis staat een vol krat klaar voor het grijpen en wanneer ik een nieuw bier proef, maak ik vaak even een korte notitie over de smaak.
Nog altijd aan de bar gezeten noteer ik kort: 'vol vette kraag, zilte smaak met stevige gallige afdronk'. Bij herlezing van deze omschrijving bekruipt me het gevoel dat alleen de hoeveelheid koolzuur in mijn bier een wezenlijk verschil is met vroeger.

donderdag, april 24, 2008

Thuisreis

Per mail en sms ben ik op de hoogte gehouden door vrienden die twee maanden lang in Afrika zijn geweest. Ze komen bijna terug en als welkom heb ik alvast een fles whisky gekocht die goudgeel fonkelt in het licht.
Er is weinig voor nodig om je voor te stellen hoe eindeloze savannes zich in de vroege ochtendzon uitstrekken op de bodem van mijn fles. Vannacht klonk er weer tromgeroffel, dat op den duur over ging in onweer boven de bergen in de verte. Overdag heb ik met een jezuït gevist en de lekke banden van de landrover moeten nog geplakt worden. Verder zijn hier ook vliegende priesters en de mondiale actualiteit loopt maanden achter. Met schijnbare doodsverachting reizen we in propvolle minivans, maar hiervan heb ik geen foto's omdat een dikke negerin op mijn fototas zat. In de stad heeft de nachtwaker een boogje en giftige pijlen en hier op de eindeloze vlakten fungeren hyena's als escorte door het duister.
Sprakeloos denk ik aan deze verhalen die slechts een fractie zijn van alle beleefde avonturen. Straks bij thuiskomst zal het heerlijk klinken.

donderdag, april 17, 2008

Tijden van afstand

Omdat mijn lief enkele dagen weg is voor haar werk ben ik samen met de Kleine Reisgenoot door vrienden uitgenodigd voor het eten. Bij hun voordeur bedenk ik dat ik eigenlijk wel wat op een pas-gescheiden vader lijk.
Mijn haar zit onverzorgd en ik puf nog wat na van het harde fietsen. Zoonlief heeft op de fiets een dutje gedaan en huilt nu zachtjes vanwege het plotse ontwaken. In der haast heb ik thuis bijwijze van attentie een aangebroken fles wijn en een reep zeer goede, maar half opgepeuzelde chocolade meegepakt. Het moet niet moeilijk zijn hieruit af te leiden dat ik momenteel door een zware periode ga. Ik bedenk hoe ik zodadelijk de fles wijn zal overhandigen met de woorden: 'anders drink ik hem toch maar helemaal in mijn eentje op'. De gastvrouw zal me begripvol toeknikken en de fles zal discreet naar de keuken verdwijnen. Over de reep vertel ik vervolgens dat ik die van een vriendin gekregen heb om me wat op te beuren, maar dat ik eigenlijk helemaal geen chocolade lust. Na de begroeting gaan we direct aan tafel en de heer des huizes neemt de zorg voor de kleine man van me over. 'Jij hebt het jochie immers al de hele dag om je heen' merkt hij bemoedigend op. Tijdens de maaltijd en de rest van de avond houd ik me flink en ik doe mijn best om niet alleen over mijn stukgelopen relatie te praten en om niet alle schuld bij mijn ex te leggen. Ik keer al weer eenzaam huiswaarts wanneer de voordeur voor me geopend wordt en ik terug kom in het hier en nu.
Halverwege de maaltijd belt mijn lief even. Ze zit in een gezellig restaurantje en de crème brullé is juist geserveerd. Ze vertelt dat een gesoigneerde man haar een romantisch compliment heeft gemaakt en dat alles verder goed gaat. Morgen komt ze thuis.

maandag, april 14, 2008

Tuinieren

Je ziet ze steeds minder; volkstuintjes langs het spoor. Afgelopen weekend raasde ik aan een paar voorbij en in de luwte van enkele nog goeddeels kale bomen zag ik een man zitten.

Daar zit je dan aan de rand van je land de vruchten van je arbeid te overzien. Of liever gezegd: je wacht er op wat komen gaat. Gedurende de lange kwakkelwinter was er op de tuin nauwelijks wat te beleven. Alleen toen er eindelijk een keertje nachtvorst was geweest had de boerenkool je een excuus gegeven om deze kant weer eens op te fietsen. De thermoskan met koffie die je in de fietstas meegenomen had was nog wel van pas gekomen. Het lunchpakket was echter overbodig geweest. Na de koffie was de kool zó uit de tuin en je had nog wel wat rondgelopen, maar het was toch te koud geweest om er even lekker bij te gaan zitten. Daarom had je de gesmeerde boterhammen maar thuis in de schuur opgegeten terwijl je het ingevette tuingereedschap voor de zekerheid nog eens op roest gecontroleerde. Maar nu wordt het eindelijk weer warmer en gaat alles weer groeien. Er kan straks weer onkruid gewied worden, de slakken moeten bij de sla worden weggehouden en de boontjes zullen opgebonden moeten worden. Zoveel werk, zoveel dagen die je weer alleen op de tuin zult doorbrengen.

‘Kun je mijn bal oppompen?’ Gehurkt zit ik over het onbeduidende groenstrookje achter ons huis gebogen wanneer Mustafa mij uit mijn overpeinzingen haalt. Iedere dag zit ik hier zeker zo’n vijf minuten te turen naar de sprietjes en uitlopers die op de plek van enkele opgelichte tegels mijn wereld van steen en cement wat dragelijker moeten gaan maken. Als ik niet beter wist, zou ik het spul de grond uit willen kijken.