vrijdag, juni 30, 2006

Tunnelvisie

De dynamiek tussen Vrijer en Pelgrim was de laatste jaren vaak gebaseerd op het ondersteunen van elkaars mislukkingen. Nu het met beiden wat beter gaat zien ze zich genoodzaakt om een nieuwe invulling voor hun vriendschap te vinden.

'Dus als ik het goed begrijp zou het in plaats van een verrekijker een soort tijdkijker moeten worden?' Genietend van een hoorntje schepijs, zaten de vrienden op de oude stadswal en keken uit over het historische centrum. 'Ja, ik kan me niet voorstellen de er geen mooie oude foto's van de stad te vinden zijn vanaf een plek als deze. ' -'Nee, dat moet inderdaad geen probleem zijn, alleen wordt het dan nog wel een hele klus om uit te vinden wat voor lens er precies gebruikt is, want dan moet het ook wel precies passen. Je mag dan geen vertekeningen zien als je overschakelt in de tijd.' -'Ja, nee dat klopt. Maar daar is wel achter te komen. Gewoon een kwestie van geduld en veel uitproberen denk ik. ' -'En dan nog een manier vinden waardoor je tegelijk met de kijker kunt inzoomen op de stad en op de foto.' -'Ja, en eigenlijk zou er dan ook nog informatie moeten komen waardoor mensen weten waar ze naar kijken.' -'Dat zou op een informatie bord kunnen of in een boekje. Alleen is dat wel weer wat oubollig. Misschien zou zoiets gewoon in de kijker geïntegreerd moeten worden?'

Het ijsje was inmiddels op en de geestdrift werd alleen maar groter; totdat Vrijer ineens stil viel. Na een tijdje sprak hij bedachtzaam: 'Dus we gaan dit samen doen. Maar wie helpt wie dan eigenlijk?'

vrijdag, juni 23, 2006

Val

De oude man heeft het gehucht ooit voor een habbekrats gekocht. Olderzyl bestaat uit een driesprong met zes huizen en staat op geen enkele wegwijzer. Zelf bewoont hij het kleinste huisje in het midden en daaromheen laat hij vrienden wonen. We hadden veel over hem gehoord en men zei dat hij vitale informatie voor ons onderzoek had. De taxichauffeur vroeg nog wat we in dat gat te zoeken hadden en het klonk bijna als een waarschuwing.

Terwijl de taxi weg reed, liet ik de klopper op de deur vallen en hoewel we wat aan de late kant waren, klonk de begroeting beminnelijk; bijna zalvend: 'daar zijn jullie al'. We moesten door een nauwe donkere gang naar de achterkamer, waar ons een plaats gewezen werd op krakende antieke stoelen. De oude man zelf positioneerde zich schrijlings op een barokke sofa die zó geplaatst was dat hij tegelijk ons en de uitgang in de gaten kon houden. Daarna liet hij ons het hele verhaal over het hoe en waarom van deze ontmoeting nog eens uitleggen. Hij speelde met ons, alsof hij in het geheel niet meer wist welke telefonische afspraken er gemaakt waren. Ook later tijdens het interview bleef onze gastheer in zijn rol: hij antwoordde steeds kort en summier en wanneer ik door vroeg, leek de oude man me niet te verstaan. Hij liet ons kruipen. Halverwege het interview betrad plots een bebaarde jonge man de kamer. Hij stelde zich zwijgend naast de sofa als was hij een paladijn en vroeg na enige ogenblikken met een knikje: 'Wie zijn dat?' De oude man was zichtbaar geamuseerd en sprak overdreven geruststellend: 'Oh, dat zijn een paar nieuwsgierige meneren uit de stad. Je kunt ons wel alleen laten.' Zwijgend verdween de knul weer in de duistere gang.

De tuindeur stond open, buiten scheen de zon en de vogels vloten. Maar ondanks dat, bekroop me het gevoel dat hier geen uitweg was.

zaterdag, juni 17, 2006

Donnie de Bruin

Mijn buurman Donnie is in zijn achtertuin aan het graven en heeft daar een paar stukjes 'terra sigilata' gevonden. Dat is Romeins geïmporteerd aardewerk uit het begin van onze jaartelling. Hierover heb ik hem wel eens wat verteld. Dus na zijn vondst kwam hij direct bij me langs om een boek over de Romeinen in onze regio te lenen

Gisteravond kwam hij zijn bevindingen rapporteren: 'Je weet toch hoe er in dat boek van jou staat dat ze hier vroeger allemaal op de strandwallen gingen wonen en dat wij hier op het veen zitten.. Nou, daar klopt dus helemaal niks van. En dat zeg ik niet alleen door dat aardewerk. Ik ben namelijk verder gaan graven en ik heb ook nog een enorm paalgat gevonden. Echt een prachtig ding; een vierkante donkere verkleuring in de grond. Daar heeft duidelijk een van de dragende palen van een enorme dakconstructie gestaan. En in dat gat heb ik ook nog kleine stukjes glas gevonden. Moet je nagaan, Romeins glas!' Don was zichtbaar onder de indruk van zijn eigen ontdekking. 'Stel je voor: al die jaren hebben ze het dus fout gehad. Ook híer woonden toen al mensen. En weet je wat nou het bijzonderst is? Waar wij hier zitten, zit je precies tussen de twee oude strandwallen in waarvan gezegd wordt dat daarop de nederzettingen lagen waaruit de stad is ontstaan. Maar waarschijnlijk is het dus hier bij ons allemaal begonnen en is de boel pas later uitgebreid naar het zand. Want veengrond is immers veel vruchtbaarder.

We hebben het gisteravond erg laat gemaakt. Don was heilig overtuigd van zijn conclusies. Pas na heel lang praten en redeneren wilde hij schoorvoetend toegeven dat dat aardewerk ook wel eens van een oude afwateringsbuis zou kunnen zijn. Gemakkelijker vond hij het vervolgens om toe te geven dat de donkere vlek gewoon de plaats aangeeft waar een betonnen kaspaal heeft gestaan. Als kleine jongen heeft hij hier namelijk nog zelf in de paprika's gewerkt. Maar het inzicht dat wij hier dus bovenop de oudste kern van de stad wonen, weigerde hij pertinent op te geven.

dinsdag, juni 13, 2006

Ondertoon

Bij de camping worden ook kano's verhuurd en terwijl de meeste anderen in de groep gezamenlijk in de boot gaan, wil ik liever alleen voluit.

In het kleine haventje is het eerst nog een heel gedrang. Achter elkaar worden bij het kleine gammele stijgertje boten te water gelaten en steeds herhaalt zich weer het zelfde ritueel: wiebelen, giebelen en onhandig peddelen. Het water in dit doodlopende stuk is vies. Het traagstomende water laat hier allerlei ongerechtigheid achter; zwerfvuil, dode waterplanten en een vettige laag op het oppervlak. Eenmaal zonder omslaan door de drukke nauwe sloot gekomen en op het open water, haal ik dan ook opgelucht adem en beweeg ik mezelf met krachtige slagen vooruit. Mijn oude blessure zal zodadelijk wel weer gaan opspelen, maar dat doet nu niet ter zake. Het water ligt er prachtig rimpelloos bij in de brandende zon en ik bedenk me dat ik geen water bij me heb. Terugkeren is nu echter geen optie. Ik heb er wel wat dorst voor over om de groep zo snel mogelijk achter me te laten en van de omgeving te gaan genieten. Een paar jaar geleden was dit nog een vervuild stuk achterland en dankzij Europese subsidies en intensief flora- en faunabeheer is daar nu een prachtig stuk natuur van gemaakt. Op sommige plekken is het water niet eens meer te zien door de woekerende waterlelies en in de rietkragen zie je overal verlaten en al half weggerotte nesten. Ook enkele enorme vissen die dood voortdrijven laten zien dat het hier goed gaat. Zoals gezegd is het een stralende dag en op het water voel je dat dubbel zo hard. Wanneer dan ook na enige tijd roeien de scherpe glasvezelrand in mijn rug begint te snijden, trek ik met enige tegenzin mijn t-shirt uit om er een kussentje van te maken. Ik zal van dit uitstapje terugkeren als een rivierkreeftje.
Met een pijnlijke rug, verkramptje benen, spierpijn in armen en buik, een verbrand bovenlijf, een bonzend hoofd, een droge mond en wat misselijkheid hang ik op het terrasje aan het water. En ik zou het zó weer doen.


zondag, juni 04, 2006

Voorpret

Wij wonen gewoon op een plek net als alle andere plekken. En hoe idyllisch ik er ook over schrijf, dat verandert er niks aan.

Binnenkort vieren mijn lief en ik een feestje waarbij onder andere alle buren zijn uitgenodigd. De vorige keer dat we dat deden kwam een ruime meerderheid. Ditmaal lijkt iedereen te komen; onze Turkse buren hebben ook toegezegd. Ik vind het best een beetje spannend, want net als de vorige keer heeft Jusuf -die verderop in de straat woont- zichzelf uitgenodigd. En voortbordurend op zijn eerdere succes, heeft hij nu ook voor Hamza geregeld dat die mag komen. De twee jochies hebben het er al enkele dagen over en laten ook de andere buurtkinderen weten wat er gaat gebeuren. Zodoende verbaasde het me niet toen werd aangebeld met de vraag of Mustafa ook mee mocht komen. Ufuk en Wokan verwacht ik eigenlijk ook nog en ik heb zelfs begrepen dat Jusuf inmiddels van plan is zijn ouders mee te brengen.

Ik ben er van overtuigd dat het een fantastisch feest gaat worden. Althans, zolang de hindoestaanse buren in Jusufs ondernemingszin geen grond vinden om opnieuw aan te komen met hun stelling dat Turken net zoiets zijn als eendekroos in je vijver.

vrijdag, juni 02, 2006

Repliek

'Toegegeven, ik ben een onverbeterlijke dromer, maar jij bent slechts een boze droom.'