zondag, juni 22, 2008

Passieflora

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat niemand mij als kind ooit het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes heeft verteld. Aangepast aan mijn leeftijd werd mij een biologisch correcte voorstelling van zaken gegeven. Toch heeft de botanische metafoor zich ergens diep in mijn bewustzijn genesteld.

De plaats achter ons huis, waar ik planten laat groeien verdient nauwelijks de naam tuin. Naast een plekje voor de vuilcontainer en bijvoorbeeld twee fietsen is er nog net genoeg ruimte om wat schaduwminnend groen weg te stoppen. Het huis, de schuur en de schutting zorgen er namelijk voor dat eigenlijk alleen plantjes die ik in het wild van onder donker struweel mee neem bij ons een redelijke kans van slagen hebben. Groot is daarom ook mijn trots dat ik een hardnekkige tropische klimmer in mijn tuintje heb, die tegen alle verwachtingen in goed groeit en daarbij ook nog eens veel mooie bloemen produceert. Sommige van deze bloemen zijn vorig jaar zowaar zelfs uitgegroeid tot helder oranje vruchten ter grootte van een ei. Begrijpelijkerwijs kon mijn geluk toen niet op en dit jaar hoop ik op minstens een hand vol van deze vruchten. Een extra complicerende factor is echter dat de meeldraden en stampers van deze bloemsoort vrij ver uit elkaar staan, zodat bestuiving niet direct bij het eerste het beste langsvliegende insect plaats vindt.

Een probaat middel in dergelijke gevallen is de natuur een handje te helpen met je wijsvinger of een penseeltje. Maar tot nu toe weerhouden sterke ideeën over ongewenste intimiteit mij hiervan.

zaterdag, juni 14, 2008

Speurtocht

In de stationshal valt ze me onmiddellijk op, met haar gehaaste wat stramme tred die blijk geeft van een ongezonde gedrevenheid. Dan zie ik haar blik en de wat openvallende mond en ik besluit haar te volgen.
De vrouw gaat met een fiets aan de hand langs de telefoons die in de hal staan en met vlugge, krampachtige bewegingen controleert ze of er nog ergens wisselgeld is blijven liggen. Er spreekt routine uit haar gedrag en afgaand op haar grijze haren heeft ze deze gerichtheid misschien al wel als klein meisje in de oorlog ontwikkeld. De oude fiets met fietstassen is goed onderhouden, haar grijze jas is betekenisloos maar schoon en de trui er onder is ook keurig wit. Voor haar levensonderhoud hoeft ze dit dus niet te doen. Toch gaat ze systematisch iedere automaat langs en alleen in de frisdrankmachine vindt ze vijf cent. Verder hoor ik wanneer ze over een drempeltje gaat, dat ze lege statiegeldflesjes verzamelt. Eenmaal buiten fietst ze langzaam weg van het centrum, terwijl ze speurend om zich heen blijft kijken.
Bij een bosje langs de doorgaande weg zet ze haar fiets tegen een meterkast en verdwijnt ze in het groen. Waarschijnlijk is daar een plek waar daklozen vaak bier drinken, maar vannacht blijkbaar niet want ze komt met lege handen terug en vervolgt haar weg. Ik doe dat ook.

donderdag, juni 05, 2008

Levensverwachting

Het is weer tijd voor mijn wekelijkse borrel. Met de kleine reisgenoot in zijn buggy zit ik onder de luifel voor de ingang van het café. Als een soort portier begroet ik de vaste gasten. De heer Mulder is de eerste die weer vertrekt.
Ik weet niet of Mulder alleen hier drinkt, maar het was me al bij onze eerste ontmoeting duidelijk dat hij een grootverbruiker is. Zijn pantalon en colbert zijn vaal en zijn overhemd is groezelig. De riem die zijn broek op houdt is te smal en door ouderdom uitgerekt. Als Mulder praat is het traag en wat warrig: 'Zo kleine man, is je flesje lekker? De fles weet hij al wel te vinden hè? Dat is goed. Flessen moet je koesteren, want in de glasbak gaan ze stuk zeg ik altijd maar. Ja toch? Ik ga de huiswaartse procedure zo maar eens voorzichtig aanvangen denk ik. Hoe oud is hij nou eigenlijk, want hij is wel gegroeid hè?'
'Is tie ongeveer een jaar? Nou dan moet je nog even geduld hebben knul, voordat we samen kunnen toosten. Nog vijftien jaar wachten dus. Vijftien jaar, denk je dat ik dat haal?'