Dwaallicht
Wanneer mogelijk, mijd ik de doorgaande wegen. Ik kies de oude straatjes en de vergeten pleintjes; de plekken waar verrassingen schuilen.
Met hele andere dingen aan mijn hoofd, realiseerde ik me pas na enige tijd dat het meisje al een poosje voor me uit fietste. Wanneer ze een scherpe bocht maakte, kon ik zien dat enkele losse kabels opstaken van haar stuur. En ook de rest van haar rijwiel had betere tijden gekend. Haar rijgenot had daar echter ogenschijnlijk niets onder te lijden. Met haar rug recht, trapte ze energiek maar dromerig vooruit. Uit de bewegingen van haar hoofd bleek dat ze bijna overal aandacht voor had, behalve voor het verkeer. Voor iedere afslag gaf ze wel keurig haar richting aan, maar dat was meer als streelde ze de voorbijstrijkende zomerlucht; waarop ik niet anders kon dan haar aanwijzingen volgen. Mijn reisdoel was ik voor het moment vergeten. Ik liet me gewillig leiden. Ze fietste alsof ze licht zweefde, met de speelse lokken golvend over haar tengere schouders en haar gracieuze handgebaren als van een sierlijke syrene.
Uiteindelijk raakte ik te ver uit mijn koers en moest ik haar laten gaan. Ik keerde op de weg. En het had me niet verbaasd, wanneer ik op dat moment aangereden zou zijn en het bewustzijn zou hebben verloren. Maar vlak voor dat moment zou ik dan zeker nog hebben gezien hoe het meisje met fiets en al van de grond was losgekomen en mij verderzwevend was voorgegaan.
Met hele andere dingen aan mijn hoofd, realiseerde ik me pas na enige tijd dat het meisje al een poosje voor me uit fietste. Wanneer ze een scherpe bocht maakte, kon ik zien dat enkele losse kabels opstaken van haar stuur. En ook de rest van haar rijwiel had betere tijden gekend. Haar rijgenot had daar echter ogenschijnlijk niets onder te lijden. Met haar rug recht, trapte ze energiek maar dromerig vooruit. Uit de bewegingen van haar hoofd bleek dat ze bijna overal aandacht voor had, behalve voor het verkeer. Voor iedere afslag gaf ze wel keurig haar richting aan, maar dat was meer als streelde ze de voorbijstrijkende zomerlucht; waarop ik niet anders kon dan haar aanwijzingen volgen. Mijn reisdoel was ik voor het moment vergeten. Ik liet me gewillig leiden. Ze fietste alsof ze licht zweefde, met de speelse lokken golvend over haar tengere schouders en haar gracieuze handgebaren als van een sierlijke syrene.
Uiteindelijk raakte ik te ver uit mijn koers en moest ik haar laten gaan. Ik keerde op de weg. En het had me niet verbaasd, wanneer ik op dat moment aangereden zou zijn en het bewustzijn zou hebben verloren. Maar vlak voor dat moment zou ik dan zeker nog hebben gezien hoe het meisje met fiets en al van de grond was losgekomen en mij verderzwevend was voorgegaan.
